HR du Mercantour

De Mercantour geldt misschien wel tot het mooiste nationale park van de Alpen. In ieder geval biedt dit smalle uitgestrekte massief een uitzonderlijke biodiversiteit. De Middellandse zee heeft hier een enorme invloed op de zuidelijke uitloper van de Alpen, maar het blijft een hooggebergte met ruige pieken boven de 3000 meter die op een steenworp afstand van de zee omhoog reizen.

Het gemakkelijkste reis je met het openbaar vervoer naar Nice om vervolgens de directe buslijn naar Saint Martin de Vésubie te nemen. Vlakbij dit dorp eindigen we de tocht en bij mindere weers- of sneeuwomstandigheden komen we vanuit de bergen gemakkelijker terug in dit dorpje. Op zondagochtend gaan we eerst skiën in het meest zuidelijke skigebied van de Alpen; Colmiane bij Valdablore en na de lunch rijden we naar het beginpunt van de tocht. Vanuit het dorpje le Boréon zullen we in vijf dagen richting de zee teruglopen- en skiën.

Vroeg uit de veren. We starten gemoedelijk via een langlauflaupe, maar het smalle dal wordt snel ruiger zodat we onze weg vervolgen tussen de hoge bomen en langs steile kalkwanden naar de fraai gelegen refuge Coucourde. Voor de liefhebbers kunnen we in de middag een mooie top beklimmen aan de Italiaanse grens om vlak voor de befaamde apèro van Charly voldaan aan te kunnen schuiven. De derde dag is een fysiek zware etappe met o.a de beklimming over het balkon van de Cime de Gélas. Het uitzicht zal deze flinke klim meer dan waard zijn. We zien de zee en met wat geluk blijft het onbewolkt zodat het oog zelfs reikt op de Zwitserse Alpenhoofdkam tot Corsica. We dalen vervolgens via steile hellingen af naar de refuge de Nice. Op de vierde dag maken we een dagtocht boven de fraai gelegen hut om wat te kunnen uitrusten van de vorige inspannende etappe. De ruige toppen bieden ook veel hellingen die het meer dan waard zijn om te ontdekken. Hoe bijzonder zou het zijn om op ski's de meest zuidelijke drieduizender te beklimmen en vervolgens af te kunnen skiën? Op de vijfde dag trekken we naar de onbemande refuge de Merveille. We beklimmen twee steile cols en skiën door de schilderachtige vallei van de Mont Bégo waar we naar de prehistorische rotsschilderingen zullen uitkijken van circa 3300 v Chr. Hier koken we zelf ons potje en halen het water uit het bergmeertje naast de hut. Op de laatste dag traverseren we als koorddansers over de laatste Alpenrug richting zee en passeren de fortificatie ‘la Redoute des trois Communes. Dit strategisch gelegen bolwerk diende als vesting voor de vroegere zoutroute tussen Nice en de Pièmonte. Met een beetje geluk skiën we tot aan de parasols voor een pastis op de col de Turini, bekend van de Monte Carlo race. Bij een minder sneeuwrijk jaar skiën we vanaf de Cime du Diable direct naar het dal de Gordolaque. Met de taxi of een door ons logistiek handig geparkeerde auto, komen we snel en eenvoudig terug via Saint Martin de Vésubie in Nice en dompelen onder in de zee van de côte d’Azur.
De etappes zijn afwisselend van zo’n 4 uur tot 7 uur klimmen per dag. Deze haute route kent wat technischere passages dan onze tochten in de Queyras of de Mont Thabor waardoor de tocht alleen geschikt is voor toerskiërs met een goede off-piste techniek en enige weken ervaring met het toerskiën. Sommige klimpassages bedwingen we met de ski's op de rugzak met pickel en stijgijzers. Het touw zou zelfs te voorschijn kunnen komen voor een korte abseil.

Covid-veilig op reis met PowderGuides? Kijk voor een toelichting bij FAQ.